Echte Babelutten
Echte Babelutten
200gr / zakje
Rosalie Desmedt in 1850 in Heist wonen. Samen met haar 1ste echtgenoot Joseph Cobbaert en twee kinderen woonde ze in een huisje weggestoken in de duinen. Joseph verhuurde een paar strandcabines en verkocht wat vis die hij zelf ving. Maar het gezin kon amper overleven van de inkomsten. Toen Rosalie weduwe werd hertrouwde ze met Jacobus De Meulenaere.
Rosalie besloot iets te maken met kandijsiroop en boter uit de polders dat ze van haar moeder had geleerd, boterbabberlaars. De lekkernij was in een ver verleden een zoet en calorierijk tussendoortje dat de vissersvrouwen in koperen ketels maakten voor hun zeemannen tijdens de lange tochten op zee. Het waren oorspronkelijk vormeloze klompjes die ze achter hun kiezen stopten om de zoute zeelucht te camoufleren en wat extra energie op te doen.
Rosalie verpakte de snoepjes in simpel boterpapier en verkocht ze op de markt aan de kindjes van de Franstalige badgasten. Ze vertelde elke keer een klein verhaaltje. Haar blik, haar vriendelijke houding en het moederlijk advies dat ze telkens aan de jonge deugnieten gaf, bezorgden haar de bijnaam mère (moeder).